"Zuivere 4 mei" is een bijdrage
van Max van den Berg, hij is journalist en oprichter van het Nederlands
Auschwitz comité.
De AFVN/BVA ondersteunt zijn pleidooi en wil de komende tijd hier
aandacht voor vragen.
Militaire en Koloniale
invloed op de 4 Mei herdenking
Toen aan de vooravond van de 4 Mei herdenking
2014 plannen opdoken om op de Dam een gedicht voor te dragen met overpeinzingen
gewijd aan een NSB Opa en elders bloemen gelegd zouden worden op Duitse
militaire begraafplaatsen in Limburg barstte van alle kanten protest
los. De Nederlandse Raad van Kerken, de Joodse gemeenschap, Contactorgaan
Islam en Overheid en talrijke oud-verzetskringen riepen op om de 4e
Mei zuiver te houden. Het uitzonderlijke karakter van de Tweede Wereldoorlog
dreigde in een baaierd van herdenkingspunten verloren te gaan. Gelukkig
werden Opa en de kranslegging ongedaan gemaakt, maar de discussie
over de inhoud van onze dodenherdenking bleef door sudderen.
Het Nationale 4-5 Mei comité onderkende
het gemor en besloot op talrijke plekken in ons land hoorzittingen
te beleggen om de mening van de bevolking te peilen. Dat leverde interessante
feiten en conclusies op. In de eerste plaats zal bij de komende herdenkingen
de rol van het verzet een permanente en belangrijkere rol worden toebedeeld.
De 4 Mei blijft een Nederlandse herdenking en kan niet vermengd worden
met Duitse kransleggingen en andere Duitse activiteiten. Positief.
Maar er kwamen ook anderen zaken aan de orde. Zo bleek dat deelnemers
aan de herdenkingen in 2009 voor 42% aan de doden uit alle oorlogen
van na 1945 dachten. Dat aantal liep op tot 52% in 2011 en thans tot
86%! Thans zou nog maar 10% van de aanwezigen op de 4e Mei een herinnering
hebben aan de Tweede Wereldoorlog. Dat lijkt een begrijpelijke ontwikkeling
en om de herdenking actueel te houden voor jonge mensen zouden, gebaseerd
op bovengenoemde percentages, ook alle naoorlogse militaire slachtoffers
herdacht moeten worden: de 6000 Nederlandse militairen die in Indonesië
sneuvelden, de 132 soldaten die in Korea om het leven kwamen en de
slachtoffers van 'missies' in Irak, Afghanistan en Libië. Alhoewel
het Nationale 4-5 Mei comité erkende, dat deze brede aanpak
omstreden is, werd besloten die toch voort te zetten.
Dat 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog nog maar
10% van de Nederlanders aan de periode 1940-1945 denkt, zegt minder
over de bevolking maar meer over de verhullende militaire-koloniale
geschiedschrijving en gebrekkige geschiedenisles dienaangaande op
scholen. In zijn boek 'Grijs verleden' beschrijft Chris van
der Heyden het verzet als 'bestaande uit een paar mensen uit een
stuk, heel wat scharrelaars en alles wat daar tussen in zat'.
Ad van Liempt wilde zich in zijn TV serie over de oorlog 'zoveel
mogelijk onttrekken van morele appreciaties'. In allerlei publicaties
van dit allooi wordt de Tweede Wereldoorlog opgevat als een gewone
oorlog tussen staten, waarbij aan beide zijden fouten zijn gemaakt
en waarbij nu het verleden beter vergeten kan woorden. Dit lijkt in
tegenstelling te staan tot de eindeloze reeks boeken over WOII, het
stijgend bezoek aan oorlogsmusea en het in omloop brengen van films
zoals 'De Soldaat van Oranje' en 'Oorlogswinter'. Maar
het is zoals Erik Somers in zijn boek 'De oorlog in het museum,
herinneringen en verbeeldingen' stelt: 'Het evenwicht tussen
emotie en sensatie aan de ene kant en verantwoorde informatie aan
de andere kant is wankel'.
Het niet erkennen van het bijzondere karakter
van de Tweede Wereldoorlog, of het bijzondere uitsluitend te wijden
aan de Holocaust, of de gedachten dat na 75 jaar het tijd wordt on
te vergeven en vergeten doet in wezen de samenwerking in Europa niet
goed. De Tweede Wereldoorlog was in wezen een oorlog tegen een internationaal
systeem van racisme, massale slavernij, oorlogsmisdaden, mensenvernietiging
en landroverij.
Dit systeem beperkte zich niet tot Duitsland maar beschikte ook over
legers in Slowakije o.l.v. Tiso; in Roemenië o.l.v. de IJzeren
garde van Antonescu; in Hongarije de Pijlkruisers o.l.v. Horthy; in
Italië de Fascisten o.l.v Mussolini; in Spanje de Falangisten
o.l.v. Franco; Politieke en vrijwillige militaire steun kreeg het
van verraderlijke partijen in Noorwegen Quisling; Nederland Mussert,
België Degrelle; Frankrijk Petain. Mocht bij de Neurenbergse
processen de SS collectief als een oorlogsmisdadigersorganisatie worden
bestempeld, in de loop van de geschiedenis en zeker na het openen
van archieven in de voormalige Sovjet-Unie bleek ook het Duitse leger
zelf schuldig aan massale oorlogsmisdaden.
De doden, die wij op 4 Mei herdenken, hebben
hun leven verloren in strijd tegen deze barbarij of werden er op racistische
gronden het slachtoffer van. Juist de laatste maanden werd het duidelijk
dat het Nederlandse leger in Indonesië zich na 1945 niet incidenteel
maar structureel aan oorlogsmisdaden schuldig heeft gemaakt. Het militair-koloniaal
denken tracht op alle mogelijke manieren onder deze feiten uit te
komen. Een van deze pogingen ligt verborgen in de 4 Mei herdenking,
waar ondanks verzet nog steeds alle militairen die na 1945 gesneuveld
zijn worden mee herdacht. Ik wil niet zo ver gaan als Grunberg, die
onze jongens in de tropen vergelijkt met de Waffen SS aan het Oostfront,
maar het combineren van verzet 1940-1945 en holocaust met oorlogsmisdaden
in Indonesië vormt een giftig mengsel. Het wordt hoog tijd dat
de waardevolle herdenking van de 4 Mei hersteld wordt in zijn oorspronkelijke
vorm en zich exclusief concentreert op alle slachtoffers van de Nazi
barbarij.
Nabestaande van de 6000 militairen die in Indonesië
vielen kunnen worden herdacht op de jaarlijkse bijeenkomsten op 7
september bij de monumenten in Den Haag en Roermond. De 132 Nederlandse
soldaten die vielen in de Korea oorlog (Drees was een fel tegenstander
van onze deelname maar moest wijken voor Amerikaanse druk), de doden
uit de omstreden 'missies ' Irak en Afghanistan al deze militairen
kunnen worden herdacht op de Veteranendag op 29 juni, de verjaardag
van Prins Bernhard.
Max van den Berg