AFVN

Europese expositie over verzet start in museum Overloon

OVERLOON, 2-04-2014 - De tentoonstelling 'Verzet in Europa' start zijn Nederlandse toernee in nationaal oorlogsmuseum Overloon. De tentoonstelling laat zien dat overal in bezet Europa verzet ontstond tegen het fascisme en nazi-Duitsland.

De expositie geeft informatie over 21 Europese landen die te maken hadden met fascisme, daaronder ook Portugal en Spanje, of nazisme. In totaal zijn er 51 panelen.

Polen is een land dat enorm onder het nazisme geleden heeft. Maar ook in bijvoorbeeld Griekenland traden de nazi's gruwelijk op tegen de burgerbevolking, met een onwaarschijnlijk hoog aantal moordpartijen in dorpen.

Nederland heeft de schijn dat hier weinig verzet bestond, maar dat blijkt anders: er was alleen relatief weinig gewapend verzet.


Twee weken terug opende de Belgische staatssecretaris Maggie de Block de expositie in België.

Polen was groot en had uitgestekte bossen. Daarheen trokken diverse verzetsgroepen, onder meer gewapende Joodse groepen. De gebroeders Bielski zijn daardoor bekend geworden en hadden uiteindelijk een zo'n 1.200 Joodse mensen. Ze maakten hun eigen holen en hutten in het bos, overvielen Duitse militairen en overleefden de oorlog.

De expositie bestaat uit 21 panelen die elk de hoofdputen van het verzet in een land tonen.

De tentonstelling is tot stand gekomen door een samenwerking van de Nederlandse AFV/Bond van Antifascisten, de Europese koepel van verzetsbewegingen Fédération Internationale des Résistants (FIR), en het Belgische het Instituut voor Veteranen, onderdeel van het Belgische ministerie van Defensie.

De expositie is in januari 2014 van start gegaan in het Europees Parlement met als speciale gastheer de voorzitter, Martin Schulz.

Griekenland had veel gelijkenis met Nederland: een klein land aan zee, een kleine bevolking. De Duitse inval in het land leidde tot groot gewapend verzet - makkelijk gemaakt door het grote bergachtige en schaars bevolkte achterland, waar partizanen zich verstopten.

Al snel beseften de nazi's dat tegen de toenemende guerilla-aanslagen geen kruid gewassen was.

Ze vergrepen zich steeds vaker aan de burgerbevolking in de afgelegen dorpen. Het bekendst daarvan is daardoor Distomo geworden, waar 214 doden onder de burgers vielen, maar er zijn in het land wel 200 plaatsen waar dan weer 20, dan weer 100 of zelfs meer vrouwen, kinderen en ouderen zonder aarzeling werden vermoord na een aanslag door het Griekse verzet.

In Nederland gebeurde zoiets maar één keer, in Putten. Daar werd de volwassen mannelijke bevolking van ruim 500 mannen afgevoerd na een onbedoelde aanslag in oktober 1944 op de SS-generaal Rauter.

De expositie laat de verschillen tussen landen goed zien. In Nederland was het verzet nauwelijks gewelddadig, en bestond vooral uit 350.000 onderduikers plus hun helpers - ongeveer 700.000 volwassenen. Anne Frank staat natuurlijk symbool voor hen.

Samen maakte deze groep zo'n 10% van de toenmalgie bevolking uit, een hoog aantal in bezet Europa. Geen ander land ontving na de oorlog relatief zoveel onderscheidingen voor het redden van Joden als Nederland.


Tijdens de massamoord in Distomo.
Ook uniek in het Nederlandse verzet was de Februartistaking, de enige grote proteststaking tegen de Jodenvervolging in heel bezet Europa. Joden speelden overigens een aanzienlijke rol in het Nederlandse verzet: de Nederlande Volksmilitie uit Rotterdam bijvoorbeeld, opgericht door Sally Dormits. was daar een zeer actief voorbeeld van.

Binnen de zeer gewelddadige verzetsgroep CS6 uit Amsterdam speelden Joodse leden ook een belangrijke rol bij moordaanslagen, zoals Leo Frijda en Hans Katan.

Het verzet in België ontwikkelde zich sneller dan in Nederland: er ontstonden zelfs clandestiene 'legers' plus een uitgebreide illegale pers, die nog heden voortleeft in bijvoorbeeld het nu geheel legale dagblad Le Soir.


Het monument voor de gestorvenen in Distomo.

Ook in België, onder meer in Luik, werd gestaakt tegen de bezetters. Dat was ondanks de grote aanhang die de nazi's wisten te krijgen.

In Frankrijk lag de situatie anders: de eerste twee jaar van de oorlog bezetten de nazi's slechts de helft van het land, zodat verzetsmensen meer gelegenheid hadden zich te groeperen. De partizanen konden zich verder terugtrekken in de pronvincie waar net als in Polen uitgestrekte bossen en schaarsbevolkte gebieden waren. Er kon zelfs een aparte Joodse partizanenbrigade ontstaan.

In Nederkland heeft het verzet in Duistland altijd weinig aandacht gekregen. Toch bleken er tientallen groepen actief te zijn, vooral gevormd rond socialisten en communisten, plus groepen uit officierenkringen en de katholieke en protestantse kerken. Alleen al het aantal justitieel geëxecuteerden in nazi-Duitsland bedroeg bijna 30.000 mensen.

Toevallig was de eerste buitenlander onder hen een Nederlander, Marinus van der Lubbe, die op 10 januari 1934 met de guillotine werd omgebracht. Dat gebeurde op basis van een wet, die pas na zijn arrestatie wegens de brandstichting in de Reichstag werd aangenomen.

De expositie staat in museum Overloon tot en met 5 mei 2014. De toegang is bij de entreeprijs van het museum inbegrepen.

Zie ook: Dubbele Europese expo voor Overloon
en: De tentoonstelling 'Verzet in Europa' gaat naar Nederland


HOME