VOORWOORD
De artikelen
in dit boek hebben alle betrekking op internationale gebeurtenissen.
En dat waren er nog al wat, alleen al van na de Tweede Wereldoorlog.
Bijvoorbeeld de poli-tieke moordpartijen in Indonesië in
1965, gevolgd door de totale uitmoording van links in dat land.
Daarop volgend de neo-koloniale moordpartijen in Vietnam, in Chili,
in Argentinië, recentelijk gevolgd door de totale humanitaire
ontwrichting van Joegoslavië en in feite van de hele Balkan,
van Irak en nu van Afghanistan.
Wat we via de Nederlandse media hierover vernemen is vóór
alles door Atlantisch imperialisme bepaald. Daar is tegenwoordig
een mooi Engels woord voor: de 'embedded' journalistiek, d.w.z.
via hoofdzakelijk de Amerikaanse en Britse persbureaus horen we
alleen dat wat door de westerse generaals wordt toegestaan.
Enige tijd geleden veroorzaakte het boek van de Midden-Oosten
correspondent Joris Luyendijk, die vijf jaar lang hoofdzakelijk
vanuit Cairo opereerde, in de Nederlandse mediawereld opschudding
omdat hij hierover een tipje van de sluier oplichtte. Het uitgebreide
leger van zijn collega's reageerde onmiddellijk met een boek waarin
zij probeerden aan te tonen dat zij alleen uit vrije waarneming
schreven. Wie dat boek leest is geneigd een groot vraagteken te
zetten bij die vrije waarneming. Hoe dit alles ook is: de berichtgeving
over alle militaire operaties is duidelijk politiek gekleurd.
En laat ik correct zijn: de artikelen en beschouwingen in dit
boek gebundeld, zijn eveneens politiek gekleurd. Natuurlijk, de
wereld is geen complex van gerede dingen. Maar het zijn wel bepaalde
machten die daar - helaas - een grote rol in spelen. Grote monetaire
maatschappijen als bijvoorbeeld de Shell hebben wel de belangrijkste
rol bij de politieke veranderingen. En het belang van de bevolking
van Irak is fundamenteel anders dan die van de oliemaatschappijen.
Lang geleden hoorde ik als scholier hoe een onderwijskracht het
ontroerende verhaal van Saïdjah en Adinda uit de Max Havelaar
van Multatuli voordroeg. Mijn belangstelling voor politiek was
gewekt. De uitspraak van Karl Marx 'Een volk dat een ander onderdrukt,
kan zelf niet vrij zijn', was aansluitend de aanzet voor mijn
politieke betrokkenheid voor links op dit terrein. Vóór
de oorlog had ik geen enkele sympathie voor lieden als wijlen
Hendricus Colijn, maar streed volledig aan de kant van de voor
vrijheid vechtende Indonesiërs. En dit is in en na de oorlog
op versterkte manier zo gebleven.
Ik heb nooit begrepen waarom de jarenlange bezetting en de koloniale
onderdrukking van Indonesië met geweld tot stand gebracht
moest worden. De latere neokoloniale moordpartijen in bijvoorbeeld
Vietnam en Chili heb ik vol afschuw gevolgd en mede bestreden
waar dat mogelijk was. Ik was er bij toen in Amsterdam met een
paar honderd mensen werd gedemonstreerd tegen de krachten die
daarvoor verantwoordelijk waren. Ik was er uiteraard ook bij toen
we met honderdduizenden mensen in Utrecht demonstreerden tegen
de politiek van de Verenigde Staten ten opzichte van Vietnam,
waarbij een groep Kamerleden voorop liep; - Marga Klompé
naast Marais Bakker. Ik heb nooit begrepen waarom de NAVO Joegoslavië
letterlijk in elkaar schoot en daardoor in feite het hele gebied
van de Balkan sociaal en politiek-economisch ontwrichtte en deformeerde
tot Derde Wereldlandjes. Wat dat met democratie te maken heeft,
ontgaat mij.
Dat geldt nog meer voor de "vredesoperaties" in het
Midden- en Verre Oosten, waarvan de politici die verantwoordelijk
zijn voor de tragedie in Irak nog steeds alle moeite doen om de
werkelijkheid te verhullen.
Een deel van de door mij geschreven artikelen en beschouwingen
zijn verzameld in dit boek en hebben de opzet te proberen de werkelijkheid
te benaderen. Want ik ben me er terdege van bewust dat veel besluiten
in de Atlantische wereld worden genomen waarover de gewone burger
misschien over 25 jaar iets zal vernemen.
Mijn vrouw Bep is met de werkzaamheden, verbonden aan dit boek,
intensief bezig geweest.
Haar draag ik, met de grootst mogelijke dank, dit boek op.
Toon Nagtegaal
juni 2009